Een principe wat me inspireert, intrigeert en soms irriteert; waardering. Ik heb er last van.
Deze blogpost werd gevoed door twee recente gebeurtenissen. De eerste is het winnen van de eerste prijs als beste social bureau van Nederland. En de tweede was een gesprek met iemand die elke dag levensreddend werk doet, die me feliciteerde met het winnen van de prijs, en daarna in de loop van het gesprek aangaf toe te zijn aan een nieuwe uitdaging. Omdat het zelfs het redden van levens een routine aan het worden was.
Op dat moment begonnen de radartjes in mijn hoofd weer eens ouderwets te malen; mijn werk redt geen levens, mijn werk heeft weinig echte betekenis. Maar ik ben heel vereerd met het winnen van een prijs en gemotiveerd om komend jaar nog beter te worden. En toch voelde het vreemd om met mijn onbelangrijke werk gefeliciteerd te worden door iemand die wel levensreddend werk doet en dan blijkt juist die persoon de motivatie te missen.
Daarom heb ik besloten deze blogpost te schrijven over motivatie. Mijn motivatie. Over waardering, trots, ijdelheid en over een motor die blijft draaien zonder dat er brandstof van buiten nodig is: Perpetual.
Het is een long-long-read geworden. Maar dat komt vooral door een aantal hele mooie (en lange) quotes uit blogposts van veel betere schrijvers dan ik. Je moet zelf maar kijken of je de motivatie kunt opbrengen om het helemaal te lezen.
It’s a fucking TV commercial, nobody gives a shit
Toen ik de overstap maakte van KPN naar ‘de reclamewereld’ moest ik erg wennen aan de dynamiek van het werk. Mijn manager vertelde me bij binnenkomst direct dat een accountmanager bij hem minimaal 50 uur per week werkte en dat avonden en weekenden regelmatig opgeofferd zouden moeten worden om het werk op te kunnen leveren voor onze geliefde klanten. In ruil daarvoor kreeg ik een prima salaris, een Audi A3 Sportsback (een van de eerste met DSG!), een puike koffiemachine op kantoor en veel feestjes.
(Aangezien ik net vader was geworden bleek overigens vooral de koffie een uitkomst. De kinderwagen paste maar net in de Audi en de feestjes betekende vooral nog-minder-slaap.)
Maar ik paste me aan en ging er voor. Het enige waar ik moeite mee bleef houden was het opofferen van familie-tijd voor werk. Voor de rest beviel het me prima. De eerste keer dat ik echt ging nadenken over de zin van het werk wat ik deed was na het lezen van een artikel geschreven door Linds Redding. Redding was een Britse creatief, werkend en wonend in Nieuw Zeeland, die getroffen werd door kanker en daardoor noodgedwongen afstand moest nemen van zijn werk.
Voor de mensen die van long-reads houden; dit is waarschijnlijk een van de best geschreven persoonlijke blogposts die je ooit zult lezen; deze passage heeft een onuitwisbare indruk op me gemaakt:
It turns out I didn’t actually like my old life nearly as much as I thought I did. I know this now because I occasionally catch up with my old colleagues and work-mates. They fall over each other to enthusiastically show me the latest project they’re working on. Ask my opinion. Proudly show off their technical progress (which is not inconsiderable.) I find myself glazing over but politely listen as they brag about who’s had the least sleep and the most takeaway food. “I haven’t seen my wife since January, I can’t feel my legs any more and I think I have scurvy but another three weeks and we’ll be done. It’s got to be done by then. The client’s going on holiday.”
What do I think?
What do I think? I think you’re all fucking mad. Deranged. So disengaged from reality it’s not even funny. It’s a fucking TV commercial. Nobody gives a shit.
This has come as quite a shock I can tell you. I think, I’ve come to the conclusion that the whole thing was a bit of a con. A scam. An elaborate hoax.
Countless late nights and weekends, holidays, birthdays, school recitals and anniversary dinners were willingly sacrificed at the altar of some intangible but infinitely worthy higher cause. It would all be worth it in the long run…
This was the con. Convincing myself that there was nowhere I’d rather be was just a coping mechanism. I can see that now. It wasn’t really important. Or of any consequence at all really. How could it be. We were just shifting product. Our product, and the clients. Just meeting the quota. Feeding the beast as I called it on my more cynical days.
So was it worth it?
Well of course not. It turns out it was just advertising. There was no higher calling.
Ik kon Lind direct he-le-maal volgen. Ook ik zag en herkende het gebrek aan zingeving in reclame. Ook ik had moeite met het opofferen van mijn gezin-tijd. ‘What’s the point?’.
De reclame- en media industrie is eigenlijk een bizarre lege wereld.
We springen een gat in de lucht en sturen een persbericht uit wanneer we iets mogen maken omdat een klant ons ervoor betaalt. Het ‘ding’ gaat live, een paar miljoen mensen kijken er naar of spelen ermee, de klant stuurt een ‘happy-mail’ en dan zijn we dolgelukkig. Ik ook!
Ondertussen organiseren we als branche honderden awardshows met duizenden categorieën om op in te sturen en vette feesten waarin we elkaar collectief een paar veren in de reet steken en ons bronstig op borst kloppen om de ochtend erna wakker te worden met een kater en weer van vooraf aan te beginnen. Ik ook!
De enige vergelijkbare industrieën met de media- en reclamewereld zijn waarschijnlijk muziek, tv en film en niet toevallig lopen er nergens zoveel opgeblazen ego’s en narcisten rond als daar. Dick van der Lecq schreef er vorige week nog een grappige column over in Adformatie.
Zou dit de reden zijn dat reclamemensen elkaar zoveel prijzen uitreiken? Medici, uitvinders en wereldleiders moeten elke dag wakker worden met een euforisch gevoel dat de wereld niet zonder hen kan. Reclamemensen moeten leven met het feit dat de wereld zonder hen gewoon doorgaat. Maar niet getreurd, want wie niet bovenaan de maatschappelijke ladder staat, creëert gewoon zijn eigen ladder. En reikt elkaar prijzen uit van wieg tot graf. – See more at: http://www.adformatie.nl/blog/een-maand-lang-zelfbevlekking#sthash.DuMnzG2p.dpuf
Wait but why?
In zo’n werkveld is het makkelijk om cynisch te worden. Maar dat zou niet terecht zijn. Ik vind het namelijk hartstikke leuk wat ik elke dag doe. Maar ik kan me wel afvragen: ‘Waarom?’ Waarom vind ik juist dit leuk? Waarom doe ik de dingen die ik doe? Waarom doe ik mee aan die ratrace? Waarom ben ik blij met een prijs die geen nut heeft? Waarom zet ik mijn talent (?) niet in voor iets nuttigs? Wat is mijn motivatie om dit te doen?
Waardering als motivatie
Vroeger wilde ik TV presentator worden. Of journalist. Ik wilde in elk geval iets doen of maken wat openbaar gemaakt kon worden. Iets waar mensen over zouden praten en een mening over zouden hebben. Feitelijk maakte het me niet eens zoveel uit wat ik zou maken als het maar gezien werd. Door een combinatie van bewijsdrang, prestatiedrang, competitiedrang en vast en zeker een vleugje ijdelheid (die ik zelf heel irritant vind maar niet kan ontkennen) ben ik uiteindelijk gaan doen wat ik nu doe en terecht gekomen waar ik nu zit.
Voor het grootste deel van mijn werkende leven is waardering mijn belangrijkste motivatie geweest. Mijn brandstof. Of het nu gaat om geld, aanzien, een schouderklopje, een prijs of gewoon simpelweg aardig gevonden worden.
Ongeveer een jaar geleden ben ik tot de conclusie gekomen dat waardering een inefficiënte motivatie is. Toen hield iemand me een spiegel voor; ‘Je laat je niet leiden door je persoonlijke doel en motivatie maar je hebt je afhankelijk gemaakt van het gedrag van anderen; namelijk of ze je wel of geen waardering geven. Wat ze van je denken. Daarom maak je soms verkeerde keuzes. Zowel in je werk als privé.’
Waardering is een soort drug: hoe meer je het krijgt, hoe meer je wilt hebben. Hoe langer je het mist, hoe vervelender het wordt.
Mike Wazowski
Wanneer je bekend bent met het concept van de cirkel of concern en de cirkel of influence van Steven Covey dan begrijp direct dat je zelf geen invloed hebt op het gedrag van anderen maar alleen op je eigen gedrag. Mark Siegenbeek heeft daar recent nog een hele goede blogpost over geschreven. Hij noemt nemingen en erkenningen van anderen ‘Schijn bedriegt energieslurpers’
Je kunt nog zo hard werken om de erkenning van je baas te krijgen, als hij of zij ‘niet aan erkennen doet’, dan krijg je het nooit voor elkaar. En andermans mening, hoe weerbarstig wil je het hebben? Iemands mening is afhankelijk van ontelbaar veel variabelen en dus maar moeilijk te beïnvloeden.
Voor mij was het een eye opener. Het soort moment waarop je je beseft dat de olievoorraad eindig is en je dus zo snel mogelijk moet overschakelen op een alternatieve energiebron.
Of het moment waarop Mike Wazowski in Monsters Inc erachter komt dat de lach van een kind veel meer energie oplevert dan een schreeuw van schrik.
En niet veel later verscheen er een artikel van Amir Kassaei. Chief Creative Officer van mijn voormalig werkgever DDB. In The End of False Recognitions beschrijft hij op kernachtige wijze dat de awardshows – waar ik eerder over schreef – een gevaarlijke ontwikkeling zijn voor de reclamewereld en motiveert hij de beslissing om minder werk in te sturen. Ook dit artikel moet je lezen, maar voor de snelle lezers hierbij een mooie quote.
Too many of us in the industry have bought into the idea that winning awards is proof of creative effectiveness, so much so that we’re willing to sacrifice our integrity to get them. And in turn that has lessened the integrity of the awards themselves. So if you believe that you are a great creative or an amazing agency or a great network because you won such and such meaningless award in a sub sub sub category at an advertising award show where ad people award ad people’s irrelevant solutions for problems which often do not even exist, then you’d better think again.
Ook hier blijkt dus dat waardering je kan afleiden van je eigenlijke doel; het oplossen van een probleem, en daarmee zelfs het intrinsieke bestaansrecht van een hele industrie kan ondergraven.
Soul searching
Oke. Niet op zoek gaan naar waardering, maar iets te doen of maken wat je zelf belangrijk genoeg vindt om je tijd en energie in te steken. Niet iets doen om je concurrent de loef af te steken, maar omdat je er zelf gelukkig van wordt. Niet jaloers zijn op andere die méér krijgen dan jij, maar blij zijn dat wat je doet goed bij je past.
Maar wat is dan mijn intrinsieke bron van motivatie? Want in essentie zat ik niet zo ver van mijn doel. Ik was er alleen aan voorbij geschoten. Tijd voor wat soul searching.
Mijn persoonlijkheid is enorm nieuwsgierig. Ik wil weten hoe dingen werken. Maakt eigenlijk niet uit wat. En hoewel ik heel erg nieuwsgierig ben naar nanotechnologie, genetische modificatie, het ontstaan van de aardkorst, kunstmatige intelligentie, sport, muziek en architectuur moet ik toegeven dat ik geen talent heb om een van die interesses om te zetten in iets waar anderen ook iets aan zouden kunnen hebben.
Met bewondering kan ik kijken en luisteren naar wetenschappers, topsporters, bouwkundig ingenieurs of artiesten, maar voor mij is het niet weggelegd.
Wat wel voor mij wel weggelegd is, is het zien is het doorzien van patronen in communicatie. Een combinatie van technologie, media, psychologie en creativiteit. In die combinatie begrijp ik heel goed waarom bepaalde dingen wel werken andere dingen niet.Dan kan ik complexe relaties visualiseren en terugbrengen tot iets begrijpelijks. Die interesse kan ik dus wel omzetten in betekenisvolle creatie (betekenisvol voor mij in elk geval – en soms ook voor anderen) en daar heb ik heel veel lol in. Het is leren en toepassen. Daar kan ik geen genoeg van krijgen.
Mijn intrinsieke motivatie is om te blijven leren en het willen begrijpen waarom dingen werken zoals ze werken. En daardoor mag ik werken aan steeds groter wordende uitdagingen in een steeds complexer media- en technologielandschap. En daaruit volgt dan soms waardering. Het is niet het doel, maar het gevolg. Het kan zo simpel zijn.
Het besef dat ik door mijn passie mijn gezin goed kan verzorgen en de vrijheid heb om voor een groot deel zelf te bepalen hoe ik mijn tijd indeel is me heel veel waard. Daar kan geen waardering tegenop. En zo ontstaat perpetual motivation.
Daarom werk ik vaak lang, accepteer ik stress, vecht ik tegen deadlines ben ik soms chagrijnig als iets niet lukt…Niemand heeft ooit gezegd dat het alleen maar makkelijk moet zijn. Kijk maar eens naar dit verhaal over hoe kreeften groeien.
En daarom is het volgens mij oke om trots te zijn op een prijs die niets betekent. Omdat je ‘m hebt gekregen voor iets wat je het liefste doet.
T.B.C.
Geef een reactie