Ik volg de ontwikkeling van Facebook nu al 5 jaar als professional. Ik heb Facebook heel dichtbij zien evolueren van social (consumenten) platform, naar een brand- & entertainmentplatform en een advertentieplatform. En omdat ik het leuk vind om parallelen te trekken tussen de online wereld en echte wereld schrijf ik dit stukje over Facebook op basis van de Tragedie van de Meent en het Dillema der Gevangenen. Waarbij ik me lekker heb laten ‘inspireren’ door een anders social platform: Wikipedia.
Een sociale ontmoetingsplaats
Stel je voor: Een klein groepje burgers treft elkaar iedere week op het dorpsplein om daar te praten over hoe het met ze gaat, om te roddelen over andere mensen en om kennis en informatie uit te wisselen. Het is telkens weer beregezellig en langzaam maar zeker nodigen steeds meer mensen elkaar uit om ook naar het plein te komen. Het wordt drukker en drukker. Mensen van naburige dorpen komen nu ook. En zelfs mensen van 10 dorpen verderop! Oude vrienden ontmoeten elkaar na lange tijd en nieuwe vriendschappen ontstaan.
Ook de lokale ondernemers komen naar dat dorpsplein. Ze zijn immers onderdeel van de gemeenschap. Ze vertellen wat ze zoal doen, maken en kunnen. De bakker vertelt mooie annekdotes uit de bakkerij en de burgers hangen aan zijn lippen. Hij vertelt een grap over de molenaar waar hij zijn graan vandaan haalt en neemt tot groot plezier van de mensen op het plein regelmatig zijn knappe rondborstige medewerkster Anja mee naar het plein. De bakker is een graag geziene gast op het dorpsplein en hij merkt dat een flink aantal burgers in de loop van de navolgende week bij hem in de winkel langskomen om wat te brood te kopen. Allemaal heel vrijblijvend en gemoedelijk.
De Tragedie van de Meent
Maar dan krijgen een aantal ondernemers het idee om het plein te gebruiken om wat meer klandizie naar de winkel te krijgen; “Als je de komende week langskomt in mijn slagerij, dan krijg je van mij 10% korting op het gehakt” En “Als je dit even vertelt aan al je vrienden vertelt, dan maak je kans op een gratis rookworst!”
Als gevolg hiervan gaan de gesprekken op het plein steeds minder over het lief en leed en steeds vaker over rookworst. Irritant! “Ik wil het niet hebben over de rookworst van de slager, ik wil weten hoe het me je zieke moeder gaat!”
Steeds meer ondernemers ontdekken de kracht van het dorpsplein en ze komen dan ook in grote getalen op bezoek. Maar niet om mooie verhalen uit de weverij te vertellen aan wie ze wil horen! Nee ze nemen luidsprekers mee! Een rad van fortuin! Een (enge) clown! Ze strooien met kortingsbonnen! “Kom naar mijn winkel!”
Het plein, ooit een sociale ontmoetingsplaats, begint meer en meer te lijken op een markt in Marrakech. Het draait niet meer om de ontmoeting, maar om de verkoop, waardoor meer en meer burgers regelmatig ‘een weekje overslaan’. De burgers blijven steeds vaker weg.
En dat is een klassieke ‘Tragedie van de Meent’: De meent – het gemeenschappelijke stukje grond – is in dit geval het dorpsplein waarop potentiele klanten lopen. Elke ondernemer wil meer mensen bereiken zodat dat er meer mensen naar de winkel komen.
Dat heeft een voordeel en een nadeel. Het voordeel is dat de ondernemer op korte termijn meer omzet kan realiseren. Het nadeel is dat collectief meer -en harder- roepen de burgers iiriteert en wegjaagt waardoor er op lange termijn minder omzetpotentieel is. Maar dat nadeel – dat wordt verdeeld over alle ondernemers op het plein.
De ondernemers zullen daarom altijd doorgaan met hun agressieve verkooppraktijken. Want als de Bakker A het niet doet maar Bakker B wel, dan betaalt Bakker A de prijs. Bakker A bereikt dan namelijk een steeds kleiner deel van een steeds kleiner wordend publiek. Bakker A moet meedoen en samen met de andere ondernemers jagen ze het plein leeg, blijft er uiteindelijk geen klandizie meer over en wint er niemand.
Dilemma der Gevangenen
Tijd voor de burgemeester om in te grijpen. Want iedereen heeft belang bij een gezellig dorpsplein. Zowel de burgers, als de ondernemers. De burgemeester komt met een aantal spelregels:
- Ondernemers moeten betalen om op het plein te mogen komen.
- De slager mag mensen niet meer vragen om over zijn rookworst te praten.
- Wanneer ondernemers mooie verhalen vertellen krijgen ze korting (zie punt 1)
Probleem opgelost? Ja, voor de burgers wordt het weer gezellig! Maar voor de ondernemers ontstaat een nieuw dillemma der gevangenen. Stel, Bakker A gaat de burgemeester betalen om op het plein te mogen blijven. Dat kost dan wel wat geld, maar het levert als het goed is meer omzet op. Dat gaat ten koste van Bakker B, want iedere burger die bij A koopt, die koopt niet bij B en de burgers gaan niet ineens (veel) meer brood kopen. Het enige wat bakker B kan doen is dus óók de burgemeester betalen.
Zo betalen beide bakkers de burgemeester zonder dat ze per definitie meer klandizie krijgen. Eigenlijk zouden ze beter af zijn als ze alletwee niet zouden adverteren, maar ja wie zegt dat die andere Bakker te vertrouwen is!
En zo leven ze nog lang en gelukkig. De burgers hebben hun sociale ontmoetingsplaats. De ondernemers geloven dat ze slim bezig zijn maar degene die er echt beter van wordt, dat is de burgemeester.
TBC
Geef een reactie